Boekrecensie - Werken met millennials

Je moet maar durven om een boek te schrijven over werken met millennials. Er is in de afgelopen jaren immers al heel veel geblogd, gepodcast en geseminard over dit thema. De reden dat ik het boek toch heb gekocht en nu recenseer is omdat het geschreven is door Thijs Launspach. Binnen Nederland heeft hij in de afgelopen jaren enige faam opgebouwd op millennialgebied. Launspach (1988) is psycholoog en publiceerde al meerdere boeken over millennials. Hij spreekt regelmatig op seminars, heeft een wekelijkse column in het AD en duikt ook regelmatig op in podcasts en radioprogramma’s.  Dus ik ben benieuwd wat Launspach toe te voegen heeft over de begeleiding en ontwikkeling van jonge talenten op de werkvloer. Lees hier mijn recensie.

Wat kun je verwachten van het boek?

‘Werken met millennials’ kent een logische opbouw. In de eerste twee hoofdstukken legt Launspach de basis voor het boek. Hij beschrijft wie de millennials zijn en benoemt de zin en onzin van het denken in generaties. In het tweede hoofdstuk behandelt hij vijf voorkomende misverstanden over millennials zoals ‘Millennials zijn narcistisch’ en ‘Millennials zijn verwend’. Vervolgens wijdt Launspach een apart hoofdstuk aan millennials en stress, omdat veel jonge werknemers momenteel langdurig uitvallen met stressklachten. In het laatste en vierde hoofdstuk staan tien basisprincipes voor het leidinggeven aan millennials.

Geen stripfiguren

Launspach toont zich goed geïnformeerd. Al lezend merk je dat hij thuis is in de materie. Het boek heeft een prettige ‘tone of voice’. Het is informatief zonder onnodig uit te weiden. Bovendien slaagt Launspach erin deze veelbesproken millennials uit de ‘stripfiguren’ (Achterbankgeneratie! Sneeuwvlokjes! Digital wizards!) vandaan te schrijven en een bijgesteld, genuanceerd beeld te schetsen van deze generatie.

Overtuigend in waarom, niet in hoe

Het boek is geschreven als een handboek voor leidinggevenden van millennials. De schrijver belooft ‘een inkijkje in hun leefwereld’ en ‘handvatten om met deze groep te werken’. Om bij dat laatste te beginnen: de handvatten zijn erg algemeen en neigend naar de categorie ‘open deuren’. Denk bijvoorbeeld aan principes als ‘geef het goede voorbeeld’ of ‘gebruik coachingsvaardigheden’. Ik denk dat de meeste principes dertig jaar geleden ook al gegeven werden aan beginnend leidinggevenden in managementtrainingen. De winst van het boek is dus niet gelegen in het praktische advies. Wel maakt het boek op momenten duidelijk waarom het juist voor deze generatie zo belangrijk is dat de (tijdloze) principes worden toegepast. En wat het risico is als je het niet doet.

Een narcistische generatie?

In hoofdstuk twee behandelt de schrijver een aantal wijdverbreide misverstanden over millennials. Ik vind dit samen met hoofdstuk 3 over stress (waar Launspach eerder over publiceerde in Fokking Druk) het gedeelte van het boek wat het meeste toevoegt. Eén van de misverstanden die Launspach behandelt is ‘millennials zijn narcistisch’. Hij publiceert uit een onderzoek dat studenten uit de laatste drie decennia vergelijkt. Verrassend genoeg blijkt dat studenten in de afgelopen dertig jaar juist minder narcistisch worden. En dat terwijl millennials de naam hebben zo overmatig tevreden met zichzelf te zijn. De conclusie van Launspach is dan ook: ‘Je kunt dus kennelijk een overmatig positief zelfbeeld naar buiten toe projecteren en tegelijk ernstig twijfelen aan jezelf.’ Uiteraard is dit laatste niet alleen iets wat de generatie millennials doet. Het is alleen niet verwonderlijk dat millennials hier meer ‘last’ van hebben dan eerdere generaties. We zijn als samenleving in de laatste decennia steeds individualistischer geworden en het tonen van veel zelfvertrouwen is aan millennials als een deugd gepresenteerd.

Mind the gap – zeker bij persoonlijke ontwikkeling

Wat betekent dit voor het begeleiden van talentvolle millennials in werk en persoonlijke ontwikkeling? Ik sprak kort geleden een oud-collega die al twintig jaar coach is onder universiteitsstudenten. Hij bevestigt bovenstaand beeld. Volgens deze ervaren coach is het nu moeilijker om met persoonlijke ontwikkeling bezig te zijn met deze doelgroep dan twintig jaar geleden omdat ‘the gap’ tussen wat ze van buiten laten zien (zelfvertrouwen) en van binnen voelen (onzekerheid) groter is geworden in de afgelopen jaren. Een coach of trainer die vraagt naar leerdoelen of (enger nog!) je confronteert met valkuilen of dysfunctionele patronen is dus uitermate bedreigend. Zeker als dit gebeurt middenin een groep met peers. Ik herken dit ook in de talentprogramma’s die ik begeleid voor young professionals. Het vraagt veel meer wijsheid en didactische stuurmanskunst om in deze groepen te werken op een dieper, persoonlijk niveau. Het leidt er bijvoorbeeld toe dat we de meer persoonlijke modules later in het talentprogramma plannen, als de groep al meer gevormd is  Ook werken we vaker in (veiligere!) kleinere groepen van deelnemers of juist 1 op 1 dan een aantal jaar geleden.

Te weinig verrassing

Mijn kritiek op het boek is dat het wel erg ‘middle of the road’ blijft. Ik denk dat Launspach nog wat meer had kunnen verrassen met dit boek. Met name op het gebied van oorzaken van stress en burnout bij millennials blijft hij dichtbij zijn eerdere werk. Soms geeft hij zelf een klein voorzetje om een tandje dieper te graven, maar die bal blijft dan verder voor het doel liggen. Zo citeert Launspach in hoofdstuk 4 Nietzsche: ‘Hij die een waarom heeft om voor te leven, kan elk ‘hoe’ dragen’. Met andere woorden: als de betekenis of zingeving duidelijk is, maken de precieze werkomstandigheden minder uit. Dan is het minder nodig om te praten over flexibele werktijden, al dan niet coachende managers of de beschikbaarheid van mindfullnesstrainingen. Op een zinnige manier spreken en onderzoeken over het thema betekenisgeving kan net het beetje extra zijn wat het platgetreden pad van ‘millennials en stress’ verrijkt. Een paar boeiende vervolgvragen zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe werkt betekenisgeving precies bij millennials? Wie of wat zijn inspirerende voorbeelden voor hen?

  • Een doel wat jezelf overstijgt kan een bescherming zijn tegen de druk die veel young professionals ervaren. Als je zo’n doel hebt, gaat het namelijk minder over jou en je eigen prestaties. En dat verlicht de druk. Ook het aangaan van langere commitments in werk of hobby helpt om de woekerende keuzestress tegen te gaan. Is er onderzoek gedaan onder de populatie millennials naar het verband tussen bijvoorbeeld deze factoren en vatbaarheid voor stress en burn-out?

Al met al vind ik het ‘Werken met Millennials’ een goed boek voor de lezer (manager of talentbegeleider) die nog niet zo thuis is in deze thematiek en wat basisgegevens geordend en fris gepresenteerd wil hebben. Voor de meer ingevoerde lezer mist het boek net een verrassende bite.

Wil je meer weten over de succesfactoren van talentprogramma's voor talentvolle millennials? Download dan ons white paper.

White paper talentprogramma

 

  • Een gewoonte kan je niet uit het raam gooien, je moet ze stap voor stap van de trap leiden - Mark Twain
  • Geef zelf vorm aan je leven; doe dingen niet omdat het zo hoort.
  • Verbinding maken met je kern en van daaruit creëren is zowel voor jou als je omgeving het beste dat je te bieden hebt.
  • Als je doet wat je leuk vindt en waarin je gelooft, hoef je nooit meer te werken.
  • Spelende kinderen zijn nieuwsgierig, avontuurlijk en veerkrachtig en hebben het vermogen tot verrassende inzichten te komen. Dat vermogen is er nog steeds, in ieder van ons.
  • Verbinding maken met je kern en van daaruit creëren is zowel voor jou als je omgeving het beste dat je te bieden hebt.
  • Als je doet wat je leuk vindt en waarin je gelooft, hoef je nooit meer te werken.
  • De meest inspirerende leiders zijn niet bewust bezig om te inspireren.
    Ze doen gewoon dat waar hun hart ligt, waar ze in geloven
    - Lenette Schuijt